Kenmerken
Omschrijving
In huis en tuin worden de gevlekte akkerslak, de Spaanse wegslak en andere tuinwegslakken aangetroffen. Een slakkenplaag uit zich in de schaaf- of gatenvraat aan vruchten, scheuten en bladeren. Jonge plantjes worden voor een deel volledig weggevreten. Op de grond en op de planten zitten slijmsporen. Slakken zijn meestal 's nachts actief en beschermen zichzelf overdag in de bodem tegen uitdroging. Daarom wordt het aanbevolen planten in de ochtenduren water te geven. Een droge bodem in de nacht bemoeilijkt de voortbeweging van de slakken. Bij vochtig, koel weer zijn ze niettemin ook overdag te zien. Iedere slak kan eitjes leggen, waardoor het bij bepaalde weersomstandigheden tot een massale vermeerdering komt. In de regel overleven alleen de eitjes, die in de bodem worden gelegd, de winter - zolang het niet te streng vriest. Bij milder weer overleven ook enkele slakken de winter.
Bestrijding
Mollen, eenden, kippen en egels zijn de natuurlijke vijanden van slakken. Wanneer een plaag is begonnen, rest alleen nog het gebruik van een slakkenbestrijdingsmiddel, bijvoorbeeld slakkenkorrels. Deze worden gelijkmatig verdeeld tussen de planten gestrooid. Omdat slakken voornamelijk 's nachts actief worden, moet 's avonds worden gecontroleerd of de planten nog voldoen beschermd worden door de slakkenkorrels.
Als mechanisch afweermiddel is een slakkenbarrière van schelpen geschikt. Over deze fysieke barrière komen slakken niet heen, waardoor ze de bestrooide gebieden niet kunnen binnendringen.