Thujamineermotten

In het voorjaar vergelen de scheuttoppen, die later bruin worden en afsterven. Tegen het licht gehouden zijn de scheuten doorschijnend en zijn vraatgangen en hoopjes uitwerpselen te zien. In de vraatgangen zitten ca. 3 mm lange rupsen. De motten van de thujamineermot zijn te herkennen aan de bruine vleugels. Ze leggen hun eitjes in juni of juli op de bladpunten. De rupsen die daaruit komen, vreten zich tot in de schubben en vernietigen met hun vraatactiviteit de plant van binnenuit en vanaf de toppen. De rupsen verpoppen zich het jaar daarop in de bladeren en de nieuwe generatie motten komt dan weer uit in juni of juli. Bij meerdere malen aangetast zijn kan een plant kaal worden en afsterven.

Door de aangetaste plantendelen regelmatig te snoeien, kan je de uitbreiding van het schadelijke insect indammen. Het snoeiafval moet je uit de tuin verwijderen. Aanvullend moet vanaf juni nog een spuitbehandeling plaatsvinden. De motten moeten rechtstreeks worden getroffen, zodat het niet tot een ei-afleg komt. Midden juli komen rupsen uit de eitjes en boren zich een weg in de scheuten. Wanneer de rupsen uitkomen, moet de tweede spuitbehandeling plaatsvinden, zodat ook de rupsen rechtstreeks worden getroffen.