Caladium

De Caladium, in onze contreien ook gekend onder de naam Olifantsoor, is een plant uit de aronskelkfamilie (Araceae) die afkomstig is uit Midden- en Zuid-Amerika. De tropische knolplant groeit daar in vochtige regenwouden en langs rivierbeddingen. De naam is afgeleid van het Maleise woord ‘keladi’ wat ‘plant met eetbare wortels’ betekent. Met haar opvallende bladeren vormt de Caladium een blikvanger in elke huiskamer. De prachtige bladeren in de vorm van een hart of een pijl hebben unieke patronen die variëren in kleur (wit, roze, groen en rood).

Er bestaan meer dan 1.000 verschillende Caladium-soorten met unieke patronen en kleuren. In huiskamers is vooral de Caladium “Bicolor” terug te vinden met zijn hartvormige bladeren in groen, wit, roze en rood. Ook de Caladium “Red Flash”, met roodgenerfde groene bladeren in pijlvorm, is heel populair. De Caladium “Pink Symphony” valt op door haar warmroze bladeren met diepgroene randen. De Caladium “Seafoam Pink” heeft zachtgroene bladeren met roze nerven en vlekken, soms met donkergroene randen. De spierwitte bladeren met zachtgroene nerven en randen van de Caladium “Florida Moonlight” creëren een lichtgevend effect in schaduwrijke plekjes. De planten worden gemiddeld 30 tot 60 cm hoog, maar er zijn exemplaren die een hoogte tot 90 cm kunnen bereiken.

De tropische knol ontwaakt in de lente, eens de temperaturen stijgen en de dagen langer worden. In de zomer produceert de Caladium haar flinterdunnen bladeren - dit is de periode waarin de plant het meeste energie verbruikt. De bladstelen komen uit de ondergrondse knol. De plant heeft dus geen centrale stam. In de herfst, wanneer de dagen korter worden, verplaatst de plant haar energie naar de knol, waardoor de bladeren verkleuren en afsterven.

De Caladium kan in de zomer - voordat de bladeren in de herfst afsterven - langwerpige, onopvallende bloemen produceren, maar dit kost de plant heel veel energie, wat ten koste gaat van de prachtige bladeren. We raden je daarom aan om de bloemen te verwijderen zodat de plant alle energie stopt in de productie van meer of grotere bladeren. Kan bloemen vormen maar is vrij zeldzaam binnenshuis. Aangezien Caladiums giftig zijn is het belangrijk om handschoenen te dragen bij het snoeien.

De tropische knolplant staat bij voorkeur op een lichtrijke plekje met indirect zonlicht. We raden je aan om je plant niet in de felle zon te plaatsen om te vermijden dat de delicate bladeren verbranden. Als de plant te weinig licht krijgt, zal je merken dat ze minder snel groeit. Een kamertemperatuur van 18 tot 24°C is ideaal. Zorg eveneens voor een hoge luchtvochtigheid. Tijdens de wintermaanden, wanneer de zon minder fel schijnt, kan je de plant iets dichter bij het raam plaatsen. Aangezien de plant houdt van stabiele omstandigheden, moet je koude tocht zo veel mogelijk vermijden.

De knolplant doorloopt jaarlijks een unieke cyclus waarbij de plant in winterslaap gaat. Je kan je Caladium in het voorjaar verpotten, wanneer de plant uit haar winterrust ontwaakt en opnieuw begint te groeien. Gebruik hierbij een pot met een diameter die minstens 3 cm groter is dan de vorige pot, een laagje drainagemateriaal (vb. COMPO Bio Granuplant Hydrokorrels) en een kwalitatieve potgrond (vb. COMPO SANA Potgrond Kamerplanten & Palmen). Plaats de knol met de uitstulpingen naar boven. Een Caladium wordt bij voorkeur om de 1 tot 3 jaar verpot.

Het is belangrijk dat de potgrond in de lente en de zomer (tijdens de groeiperiode) lichtvochtig is. Geef steeds kleine porties water en vermijd wateroverlast. Een teveel aan water kan namelijk wortelrot veroorzaken. Een laagje COMPO Bio Granuplant Hydrokorrels op de bodem van de pot bevordert een goede drainage. We raden je aan om tussen de gietbeurten door te controleren of de potgrond nog vochtig is. Afhankelijk van de droogte van de potgrond kan je 1 tot 2 maal per week water geven.

Als de bladeren geelkleuren en afsterven, gaat de plant in winterslaap en kan je het aantal gietbeurten aanzienlijk verminderen. Dan volstaat 1 kleine gietbeurt per week. Eenmaal de bladeren compleet zijn afgestorven, hoef je niet meer te begieten.

In de lente en de zomer, wanneer de plant gaat groeien, kan je het ontkiemings- en groeiproces bevorderen door te bemesten. Hiervoor kan je een vloeibare meststof zoals COMPO Vloeibare Meststof Kamerplanten & Palmen gebruiken. Deze meststof wordt van maart tot september 1 maal per maand aan het gietwater toegevoegd. Volg hierbij nauwkeurig de doseringsaanbevelingen op de verpakking op. In de wintermaanden hoeft de plant helemaal niet bemest te worden aangezien de plant minder energie verbruikt omdat ze geen bladeren aanmaakt.

Tijdens de groeifase kan je de bloemen verwijderen om ervoor te zorgen dat je plant al haar energie stopt in de ontwikkeling van haar bladeren. Ook als de stengels te lang worden, kan je de top afknijpen - verwijder echter niet meer dan 1/3 van de stengel.

Na de groeiperiode zullen de bladeren van je Caladium verkleuren en afsterven. Eens ze volledig bruin zijn, kan je ze afknippen. Zolang de bladeren nog deels groen zijn, leveren ze voedingsstoffen aan de plant, dus verwijder ze niet te vroeg! Als je de bladeren afknipt, knip ze dan dicht bij de basis af met behulp van een schoon, scherp schaartje zonder de knol daarbij te beschadigen.

Een Caladium kan je in het voorjaar (wanneer de plant uit haar rustperiode komt), vermeerderen door de knol te delen. Haal je plant uit de pot en verwijder zorgvuldig de aarde. Snijd de knol met een scherp mesje in stukken met minstens één oog of knobbel. Laat elk afzonderlijk deel enkele dagen drogen zodat de snijwonden de tijd krijgen om te genezen en zo het risico op rot vermindert. Plant elk deel in een afzonderlijke pot met het groeipunt net boven de grond. Plaats de pot vervolgens op een lichtrijk plekje zonder direct zonlicht en houd de potgrond licht vochtig.

In de herfst zullen de bladeren van je Caladium geleidelijk aan bruinkleuren en opdrogen. Eenmaal de bladeren zijn afgestorven (niet vroeger!), kan je ze afknippen. In de winter hoeft er niet meer bemest te worden en kan je het aantal aantal gietbeurten drastisch verminderen. De plant gaat dan namelijk in winterrust. Plaats je pot op een droge, vorstvrije plek bij een temperatuur van 13 tot 16°C.

In het voorjaar kan je geleidelijk aan meer water beginnen geven. Doe dit met mate, want de kans is groot dat de knol gaat rotten en je plant het niet overleeft.

Op de Caladium zijn vaak bladluizen, trips, wolluizen en witte vliegjes terug te vinden. Dit zijn zuigende insecten die het sap uit de plant zuigen waardoor de bladeren geel kleuren en de plant er heel ongezond uitziet. Controleer regelmatig de bladeren (ook de onderzijde!) om een aantasting tijdig op te merken. Bij een zware aantasting kan een biologische insectenbestrijder zoals COMPO Bio Insect Spray worden toegepast. Als er kleine zwarte vliegjes rond de bloempot ronddwarrelen, gaat het hoogstwaarschijnlijk om rouwvliegjes. Dit wijst op een heel vochtige potgrond. Hierbij kunnen gekleurde stickers zoals COMPO Bio Sticky Traps de oplossing bieden.

Daarnaast is de Caladium vaak het slachtoffer van wortelrot door wateroverlast. Als je zwartbruine vlekken opmerkt, is je plant vermoedelijk aangetast door de bladvlekkenziekte. Door een lage luchtvochtigheid of onjuist water geven, kunnen je bladeren bruine randen krijgen.

Opgelet : als de bladeren van je Caladium in de herfst vergelen en afsterven, hoef je je geen zorgen te maken. Dit is onderdeel van de levenscyclus van de plant ter voorbereiding van de winterrust.