Kenmerken
Behoeften
Eigenschappen
Correct planten
Ficus planten
De ficus (Ficus benjamina) is een van de populairste kamerplanten. Net als de vioolbladplant (Ficus lyrata) en de rubberboom (Ficus elastica) behoort hij tot het geslacht van de vijgen (ficus).
De "benjamini", zoals de ficus ook wel eens wordt genoemd, komt oorspronkelijk uit de subtropische en tropische gebieden van Oost-Azië, Australië en Oceanië. Daar kan de plant tot wel 18 meter hoog worden. Vandaag is ze ook terug te vinden in heel wat andere regio's als struik of haag. In onze contreien daarentegen wordt de ficus voornamelijk als kamerplant gebruikt. De plant is niet alleen een streling voor het oog - ze wordt ook beschouwd als luchtzuiverend. Zo zou de ficus verontreinigende stoffen uit de lucht filteren.
Net als de andere planten uit de vijgenfamilie is de ficus licht giftig. Bij mensen met een latexallergie kan het melkachtige plantensap zelfs allergische reacties veroorzaken. We raden je dan ook aan om handschoenen te dragen bij het snoeien, planten of verpotten van je ficus. De ficus kan ook gezondheidsproblemen veroorzaken bij katten, honden en andere huisdieren als ze te vaak op de bladeren kauwen.
Om zeker te zijn dat de ficus zich goed voelt in je woonkamer, moet je de plant een lichtrijk en warm plekje toewijzen. Ideaal zijn temperaturen boven 16°C. Lagere temperaturen zijn niet bevorderlijk. Vermijd in elk geval direct zonlicht. Vooral ficussen met gekleurde bladeren hebben meer licht nodig dan soorten met puur groene bladeren, maar reageren heel gevoelig op zonnestralen - hierdoor kunnen de bladeren namelijk verbranden.
Een ficus houdt eveneens van een hoge luchtvochtigheid. Hier kan een luchtbevochtiger een oplossing bieden. Omdat de ficus heel gevoelig is, moet je tocht vermijden. Plaats de plant daarom op een beschut plekje uit de buurt van een raam dat vaak wordt geopend om de kamer te verluchten.
Eenmaal je de geschikte plaats voor je ficus hebt gevonden, mag je de plant niet meer verplaatsen. Door de standplaats regelmatig te veranderen, zal je plant stress krijgen en haar bladeren laten vallen.
Een ficus voelt zich goed in een potgrond voor kamerplanten en palmen :
Een ficus moet om de 3 tot 4 jaar worden verpot. De ideale periode hiervoor is februari en maart. Kies een pot die iets groter is dan de oude pot. Zorg ervoor dat er nog 2 vingers ruimte zijn tussen de potrand en de wortelkluit.
Soorten met kleine bladeren zoals de "Natasja" zijn geschikt om als bonsai te kweken.
Correct verzorgen
Ficus verzorgen
Een ficus is eigenlijk een heel onderhoudsvriendelijke plant als ze op de juiste standplaats staat. Dat geldt ook bij het water geven. Stop enkele vingers in de potgrond om te voelen hoe vochtig die is. Als de bovenste laag potgrond opgedroogd is, kan je opnieuw begieten. Daarbij gebruik je bij voorkeur regenwater of stilstaand kraantjeswater.
De ficus houdt helemaal niet van wateroverlast. We raden je aan om een onderzetter onder pot te plaatsen zodat het overtollige water na 15 minuten gemakkelijk kan worden weggegoten. Een droge omgeving is echter ook niet bevorderlijk. In beide gevallen zal je ficus zijn bladeren laten vallen. Het is daarom essentieel om de gezondheid van je ficus regelmatig te controleren.
Tijdens de groeifase (van maart tot oktober) heeft je ficus regelmatig extra voedingsstoffen nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Een aangepaste meststof voor kamerplanten is hiervoor ideaal ; die bevat alle belangrijke voedingselementen. Je kan je ficus om de drie tot vier weken bemesten. Het aantal bemestingsbeurten tijdens de winter kan worden verminderd.
Ben je vergeten te bemesten? Maak dan gebruik van praktische meststofstaafjes om de honger van je plant te stillen. Die bezorgen je plant gedurende 3 maanden alle essentiële voedingsstoffen.
Word je ficus te groot? Dan kan je de plant zonder probleem snoeien, bij voorkeur in het voorjaar. Met een snoeischaar kan je de plant dan bijsnijden. We hebben reeds eerder het melksap vermeld - daarom raden we je aan om de plant buiten te snoeien om niet alleen huidirritatie maar ook beschadiging aan vloeren en kledij te vermijden.
In tropische gebieden kan een ficus kleine oranje vruchten vormen. In onze woonkamers is de kans dat dit gebeurt bijzonder klein. Waarschijnlijk zal je enkel van de bloei kunnen genieten als je plant in een lichtrijke en warme serre staat. De bloemen worden trouwens vaak met vruchten verward : de ronde bloeiwijzen doen namelijk denken aan een vrucht. Als je ficus bloeiwijzen ontwikkelt, verschijnen deze van augustus tot september.
De eenvoudigste manier om een ficus te vermeerderen, is via stekken :
In plaats van de stekken in potgrond aan te planten, kan je ze ook in een glas met water plaatsen. Zodra er wortels zijn gevormd, kan je ze dan aanplanten in een pot met potgrond.
Als de bladeren van je ficus kleverig aanvoelen, dan is dit meestal de schuld van ongedierte. Insecten zoals bladluizen, wolluizen en schildluizen zuigen het waardevolle plantensap uit de bladeren en scheiden daarbij een kleverige honingdauw af. Ook spint is vaak terug te vinden op een ficus, maar dit insect laat geen honingdauw achter.
Bij een infectie is het belangrijk om de aangetaste plant zo snel mogelijk te isoleren zodat naburige planten gespaard blijven. Vervolgens kan je proberen om de insecten met een vochtige doek van de bladeren te verwijderen. Als de aantasting te groot is, kan je een insectenbestrijder toepassen.
Verliest je ficus zijn bladeren? Lees dan volgend artikel. Daarin ontdek je alle mogelijke oorzaken en vertellen we jou wat je ertegen kan doen.
Wil je meer weten of groene kamerplanten?
Producten voor de verzorging van je ficus