Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Camelia planten
De Camelia behoort tot de familie van de theeplanten (Theaceae). Dit geslacht bevat 82 verschillende soorten Camelia’s. De plant wordt al duizenden jaren gekweekt in Oost-Azië. Van de bladeren en scheuten wordt al eeuwenlang thee gemaakt. De Camelia is dan ook een heel belangrijk ingrediënt voor zwarte en groene thee. Daarnaast zijn er heel wat Camelia-soorten die enorm populair zijn als sierplant. De bekendste soort is ongetwijfeld de Japanse Camelia (Camellia japonica) waarvan een heel aantal nieuwere rassen en hydride-soorten afstammen.
Hoewel de Camelia door heel wat hobbytuiniers als veeleisende plant wordt beschouwd, kan ze - mits de juiste verzorging - tientallen jaren overleven. Heel wat variëteiten van de Japanse Camelia zijn omwille van hun beperkte winterhardheid eerder geschikt als potplant. In milde regio’s kan de plant ook in de tuin worden aangeplant. Anderzijds zijn andere Camelia’s, zoals de Camellia Oleifera-hybriden, bestand tegen temperaturen tot -20°C. Enkele winterharde Camelia’s kunnen zelfs een indrukwekkende hoogte van wel vier meter bereiken!
Wist je trouwens dat Camelia’s bijzonder langlevende sierplanten zijn? De oudste Camelia van Europa, de Pillnitz Camelia, is bijna 250 jaar oud en heeft een diameter van bijna 11 meter!
De betoverende roosvormige bloemen van de Camelia zijn beschikbaar in een breed scala aan kleuren : van roze tot felroze tot wit. Wat de vorm van de bloem betreft, zijn er eveneens heel wat mogelijkheden : sommige Camelia’s maken indruk met prachtig gevulde bloemen, terwijl andere ons betoveren met hun delicate, enkele bloemen. Bovendien maken ze ook heel wat bijen blij.
Camelia’s ontwikkelen hun knoppen reeds in de zomer en gaan al volledig ontwikkeld de winterslaap in. De sierplanten bloeien meestal heel vroeg in het jaar, nl. van februari tot april, afhankelijk van de soort. Zo zorgen ze voor kleurrijke momenten aan het begin van het jaar. Daarnaast zijn er Camelia-soorten die in de herfst bloeien (Camellia sansqua). Van september tot december verblijden ze ons met kleine witte en roze bloemen. Over het algemeen is de bloei altijd afhankelijk van de weersomstandigheden. De bloeiperiode kan dus altijd iets vroeger of later starten.
Camelia’s houden van een gedeeltelijk schaduwrijke plek, beschut tegen de wind. Zo kan je de plant zonder probleem in de schaduw van grotere struiken en bomen aanplanten. Ze creëert een heel mooi decoratief element in Japanse tuinen. Winterharde Camelia’s kan je ook prachtig combineren met rododendrons en azalea’s in de siertuin.
Bescherm je Camelia tegen direct zonlicht. Vooral de felle zomerse middagzon is gevaarlijk voor je plant omdat de bladeren kunnen verbranden. Als kamerplant is de Camelia niet zo geschikt - de bloeiende sierplant is namelijk gevoelig voor droge, warme verwarmingslucht en verdraagt geen temperaturen boven 15°C. Een onverwarmde serre is ideaal.
Heel wat Camelia-soorten, zoals de Chinese en de Japanse Camelia, zijn niet of slechts gedeeltelijk winterhard. Daarom raden we je aan om ze als kuipplant aan te planten. Als er tijdens de winter strenge vorst wordt voorspeld, dan kan je de pot gemakkelijk verplaatsen naar een lichtrijke, onverwarmde serre. Een plekje binnenshuis daarentegen is vaak te donker.
Om zeker te zijn dat je sierplant voor de aanvang van de winter voldoende is ingeworteld, plant je bij voorkeur je Camelia in het voorjaar aan (uiterlijk in juni).
Camelia’s geven de voorkeur aan een zure grond, zoals een potgrond voor zuurminnende planten. Dergelijke substraten hebben een aangepaste, lage pH-waarde waarin je planten zich optimaal kunnen ontwikkelen. Plant je Camelia in een voldoende grote pot met een diameter die minstens 5 centimeter groter is dan de pot waarin je de plant hebt aangekocht. De bodem van de pot moet eveneens voorzien zijn van drainagegaten zodat overtollig water gemakkelijk kan weglopen.
Zo ga je te werk :
Wil je je Camelia buiten aanplanten? Kies dan zeker voor een winterharde variëteit! Graaf een plantgat dat duidelijk breder is dan de kluit, leg een laagje hydrokorrels op de bodem van het plantgat en gebruik ook hier een aangepast substraat met lage pH-waarde.
Correct verzorgen
Camelia verzorgen
In hun thuisland in Oost-Azië zijn Camelia’s een hoge luchtvochtigheid en veel neerslag gewoon. Het is dan ook belangrijk dat je je plant correct water geeft omdat ze het vocht nodig heeft voor de ontwikkeling van de knoppen. Camelia’s zijn heel gevoelig voor hard water. Gebruik bij het begieten dus steeds regenwater of stilstaand, onthard leidingwater op kamertemperatuur. Houd de wortelkluit steeds gelijkmatig vochtig, maar overdrijf niet. De fijne wortels van de Camelia zijn namelijk erg gevoelig voor wateroverlast. Vermijd afwisseling tussen droge en natte omstandigheden. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de knoppen en bloemen van de plant afvallen. Geef je Camelia bij voorkeur één keer per week rijkelijk water. Om overmatige verdamping te voorkomen, kan je een mulchlaagje rond de plant strooien.
Om je Camelia’s extra te verwennen, kan je ze af en toe besproeien met wat water. Vooral tijdens de warme zomermaanden zal je plant je heel dankbaar zijn. Zodra je Camelia rond eind juli knoppen begint te vormen, moet je minder water geven omdat de luchtvochtigheid de knoppen kan doen rotten.
Om tijdens de bloeiperiode mooie, sterke bloemen te ontwikkelen, hebben Camelia’s voldoende voedingsstoffen nodig. Door hun sterke bloei hebben de planten nood aan heel wat stikstof. Gebruik daarom een aangepaste meststof die zorgt voor een intensieve bloem- en bladkleur en die eveneens de weerbaarheid en wortelgroei van je Camelia’s ondersteunt.
Eenmaal je plant knoppen heeft gevormd voor de volgende bloei in de zomer, stop je met bemesten tot de volgende lente. Volg daarbij steeds nauwkeurig de doseringsaanbeveling op de verpakking op.
Jonge Camelia’s moeten om de twee tot drie jaar worden verpot. Bij oudere Camelia’s is dat om de vijf jaar. Doe dit bij voorkeur in het voorjaar, nadat de plant is uitgebloeid en voordat ze in de zomer terug nieuwe knoppen vormt. Omdat Camelia’s ondiep wortelen, vormen ze een breed netwerk van fijne wortels. Als je de plant uit de oude pot haalt, moet je daar zo voorzichtig mogelijk bij te werk gaan zodat de wortels niet beschadigd raden. De plant is namelijk afhankelijk van de wortels voor de opname van water en voedingsstoffen. Plaats de wortelkluit voor het verpotten enkele minuten in een emmer water en plant de Camelia vervolgens in een grotere pot met een verse portie potgrond.
Zoals de meeste groenblijvende houtgewassen kunnen Camelia’s een snoeibeurt in principe heel goed verdragen. Het snoeien van jonge struiken helpt hen om goed te vertakken en een bossige, gelijkmatige vorm te krijgen. Camelia’s worden idealiter op het einde van de bloeiperiode (van mei tot juli) gesnoeid. Bij herfstbloeiende Camelia’s is dat tijdens de periode na de bloei. Gebruik daarbij steeds een gedesinfecteerde, scherpe snoeischaar om een zo zuiver mogelijke snede te maken.
Om je Camelia mooi in vorm te houden, kan je de scheuten bij elke knop inkorten. Dat is namelijk het punt waar je plant terug zal uitlopen. Door de uitgebloeide bloemen direct te verwijderen, stimuleer je je Camelia om nieuwe knoppen te ontwikkelen. Bij het snoeien moet je ook de dode of zieke scheuten afknippen.
Een vormsnoei daarentegen wordt doorgevoerd om de struik in de gewenste vorm te krijgen. Hierbij kan je eventueel individuele scheuten inkorten. Snoei je Camelia echter niet te veel, want door de langzame groei zal de plant het moeilijk hebben om het verlies terug goed te maken. Oudere Camelia’s die regelmatig op jonge leeftijd werden gesnoeid, hebben meestal geen grote snoeimaatregelen nodig omdat ze slechts licht in omvang toenemen.
Als je je Camelia in een pot hebt aangeplant, dan kan je die heel gemakkelijk laten overwinteren. Laat je plant zo lang mogelijk buiten staan om de knoppen te laten rijpen. Zodra er vorst wordt aangekondigd, moet je je Camelia op een lichtrijke, koele maar vorstvrije plek plaatsen bij een maximumtemperatuur van 12°C. Bij hogere temperaturen zal je plant haar knoppen afwerpen. Een verwarmde woonkamer is dus geen goede plek om te overwinteren. We raden je aan om je Camelia na de vorstperiode zo snel mogelijk terug buiten te plaatsen. De plant heeft namelijk een koude prikkel nodig om haar bloemknoppen te openen. Aangezien Camelia’s heel gevoelig kunnen reageren op de verandering van standplaats, moet je zo zorgvuldig mogelijk te werk gaan.
Camelia’s die in de tuin werden aangeplant, kan je tegen de vorst en de winterzon beschermen door een dikke laag mulch rond het wortelgebied te leggen en een doorzichtig vliesdoek rond de bladeren aan te brengen. Sterk zonlicht in combinatie met ijzige temperaturen tijdens de winter kan leiden tot zogenaamde vorstdroogte - de plant kan het vochtverlies door verdamping via de bladeren niet meer compenseren omdat de wortels door de bevroren ondergrond onvoldoende water kunnen opnemen. Buiten kunnen winterharde Camelia’s mits voldoende bescherming temperaturen tot -15°C verdragen. Vooral late vorst in maart en april is gevaarlijk voor de plant, omdat de ijzige temperaturen de nieuwe scheuten kunnen beschadigen. Houd daarom nauwkeurig de weersvoorspelling in de gaten en zorg zo nodig voor voldoende vorstbescherming.
In het winterkwartier heeft je Camelia geen extra voedingsstoffen en slechts weinig water nodig. Tijdens deze periode mag je dus niet bemesten en de plant enkel water geven zodat ze niet uitdroogt.
Heb je lang uitgekeken naar de eerste bloemen op je Camelia in het voorjaar, maar moet je vaststellen dat je plant haar ongeopende bloemknoppen heeft laten vallen? Dit kan verschillende oorzaken hebben.
Als je je Camelia in pot binnenshuis hebt laten overwinteren, dan kan de droge, warme verwarmingslucht ervoor zorgen dat je plant niet bloeit zoals verwacht. Ook sterke temperatuurschommelingen en een te hoge kamertemperatuur (hoger dan 15°C) kunnen de bloei tegenhouden. Zonder voldoende kouprikkel zullen de bloemknoppen niet open gaan.
Staat je Camelia in de tuin, op het terras of het balkon, dan kan het zonlicht de oorzaak zijn - de gevoelige bloemknoppen kunnen namelijk verbranden als het zonlicht te sterk is.
Daarnaast zijn er nog andere mogelijke oorzaken die moeilijker vast te stellen zijn, zoals droogte en een onregelmatige toevoer van water. Zelfs een gebrek aan water enkele weken terug kan ervoor zorgen dat je sierplant voortijdig haar bloemknoppen verliest. Let er daarom op dat je je Camelia’s in pot voldoende en regelmatig water geeft, zowel tijdens de bloei als van het late voorjaar tot het najaar, wanneer de plant niet meer bloeit maar bezig is met de ontwikkeling van nieuwe knoppen.
Als je Camelia buiten niet bloeit, komt dit vaak door late nachtvorst. De nieuw gevormde scheuten en bladeren zijn namelijk erg gevoelig voor de koude temperaturen en kunnen doodvriezen. Daarom doe je er goed aan om enkel winterharde Camelia’s buiten aan te planten en voor voldoende vorstbescherming te zorgen.
Hoewel de Camelia een heel robuuste plant is, kan ze nog steeds aangetast worden door een of andere ziekte of plaag ten gevolge van een foutief onderhoud.
Ontdek je tijdens de winter kleine, lichte vlekjes op de bladeren of een plakkerig, glanzend laagje op je Camelia? Dan wordt dit vermoedelijk veroorzaakt door schildluizen die aan de bladeren zuigen. Als je de plaag niet snel onder controle krijgt, kunnen de bladeren van je plant geel kleuren en verwelken. De plakkerige “honingdauw” kan ook door bladluizen worden veroorzaakt. Deze verschijnen als kleine, witte stipjes op het bladoppervlak.
Dergelijke plagen kan je voorkomen door je planten in het winterkwartier correct te verzorgen en regelmatig te controleren. Als de plaag al ver gevorderd is, kan je natuurlijke bestrijdingsmiddelen op basis van koolzaadolie gebruiken om de schildluizen en bladluizen te bestrijden. Als je dergelijke producten op basis van olie toepast, moet je je Camelia beschermen tegen direct zonlicht zodat de plant geen brandwonden oploopt. Meer informatie over de bestrijding van bladluizen vind je hier.
Zijn je bladeren aangevreten, dan is vermoedelijk de taxuskever aan het werk. Het zijn echter niet de volwassen kevers die het probleem zijn, maar wel hun larven. Die vreten namelijk graag de wortels van de camelia op. Hier kunnen aaltjes de oplossing bieden.
Niet enkel insecten kunnen je Camelia aantasten, ook schimmelziekten kunnen opduiken. De infectie met de schimmel Sclerotina camelliae, ook wel bekend als Camelia-pest, heeft zich ondertussen van Azië naar Europa verspreid. De plaag kan je herkennen aan de bloemen die van binnenuit rotten. Om verdere verspreiding te voorkomen, moeten de aangetaste bloemen zo snel mogelijk verwijderd worden. De schimmel verspreidt zich namelijk alleen via sporen die in de lucht verspreid worden.
Bruine tot zwarte vlekken duiden op een aantasting door bladvlekkenziekte. Deze ziekte wordt bevorderd door vocht en kan leiden tot bladval. Aangetaste bladeren kan je het beste direct verwijderen en je Camelia behandelen met een gepast bestrijdingsmiddel.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
De juiste producten voor je Camelia