Sneeuwbal (Viburnum tinus)

De sneeuwbal (Viburnum tinus) is een heester uit de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De plant behoort tot de hortensia's en is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Ze is dan ook verwend wat betreft temperatuur. De witte tot roze bloemen verspreiden een aangename geur.

Als standplaatsen zijn met name geschikt zonnige tot halfbeschaduwde plekken in de tuin of bij een muur die beschut zijn tegen de wind. Ook al is de plant gewend aan warme temperaturen, ze kan kortstondig temperaturen tot -10 °C overleven en vertoont tekenen van een beperkte winterhardheid. In ons koudere klimaat moet je de plant echter in kuipen of andere plantenbakken houden, omdat ze niet bestand is tegen de vrieskou die hier kan optreden. Kuip- en potplanten hebben tevens als voordeel dat je ze gemakkelijk kunt verplaatsen als je de verkeerde standplaats had gekozen.

De sneeuwbal voelt zich het beste thuis in humusrijke, losgemaakte tuinaarde of wanneer ze in een kuip in mediterrane potgrond wordt geplant.

Let op de groei en zorg ervoor dat er nog voldoende ruimte in de kuip is. Om de 2-3 jaar moet de plant worden verpot in verse aarde. Gebruik hiervoor mediterrane potgrond. Hoe je op de juiste wijze verpot, vind je hier.

Deze plant heeft het hele jaar door continu water nodig. Naast het water geven in de zomer moet je de sneeuwbal in de winter besproeien om de plant tegen uitdroging te beschermen.

Daarvoor raden we je aan regelmatig de bodem op vochtigheid te controleren. Geef 's winters lauw water (alleen op vorstvrije dagen) en begiet de plant 's zomers alleen in de vroege ochtend of namiddag. Waterverzadiging moet je vermijden.

Als je de plant in de vollegrond hebt geplant, kan je haar in het voorjaar bemesten met een meststof voor mediterrane planten.

Wanneer je de plant in een kuip hebt geplant, kan je haar van maart tot en met augustus vloeibare meststof geven.

Houd je daarbij aan de gebruiksaanwijzing, omdat overbemesting schadelijk is voor de plant.

De sneeuwbal kan worden gesnoeid, maar je moet daarbij wel heel voorzichtig te werk gaan. De beste tijd om te snoeien is in het voorjaar. Je kan de plant na de bloeiperiode, van november tot en met februari, met de rozenschaar snoeien. Dit geeft de plant tot de winter voldoende tijd om bij te groeien en nieuwe bloemen te vormen.

De sneeuwbal kan je gemakkelijk vermeerderen via afleggers of stekken. Beide manieren zijn ook zonder botanische kennis en uitgebreide voorbereidingen eenvoudig uit te voeren.

Vermeerderen via afleggers

• Aangewortelde scheuten blijven voorlopig met de moederplant verbonden
• Buig een licht houtachtige tak naar de grond toe en bedek deze met enkele centimeters aarde.
• Houd de grond voldoende vochtig.
• Wanneer de aflegger nieuwe blaadjes vormt, kan je de verbinding met de moederplant losknippen.
• Plant daarna het jonge plantje op een andere standplaats.

Vermeerderen met stekken

• De stekken kan je op ieder moment van maart tot en met augustus van de plant afsnijden.
• Kies een aan de basis licht houtachtige jonge uitgroei van het bovenste einde van een tak. Bij gebruik van een uitgroei die volledig zacht is, verrot deze in de grond.
• Verwijder alle bladeren van de stek, op twee na.
• Plaats de stek zonder wortels voor 2/3 in de vollegrond of, zoals wij aanbevelen, in een pot met teelaarde.
• Plaats de stek niet in het volle zonlicht en houd de aarde vochtig.
• Geef de stek regelmatig water tot de wortels volledig zijn ontwikkeld (max. 8 weken).

De sneeuwbal doorstaat zonder probleem temperaturen tot -10 °C. In gebieden met zachte winters en in zuidelijker streken is het dus mogelijk om de plant in de vollegrond te plaatsen en in de winter te laten staan. In koudere gebieden kan je de sneeuwbal beter in kuipen planten. In de late herfst verplaats je dan de kuipplant naar een lichte ruimte, bijvoorbeeld een serre, waar de plant de winter kan overleven. Zo kan je ook nog langer van de bloei genieten.

Zodra de temperatuur in het voorjaar niet meer onder 5 °C daalt, ook 's nachts, kan je de plant weer buiten zetten. De sneeuwbal moet echter niet alleen worden beschermd tegen de kou, maar ook tegen de brandende winterzon. Tegen de kou bedek je de grond ruim voor het begin van de winter met bladaarde en compost. Ter bescherming tegen de zon kan je de plant omhullen met een wintervlies.