Woelmuizen

Woelmuizen vermeerderen zich in snel tempo. De vrouwtjes kunnen tot 40 nakomelingen per jaar baren, die na 10 weken al geslachtsrijp zijn. De schade door woelmuizen is met name in de herfst en de winter groot, omdat de grote populatie dan minder voedselbronnen vindt. Woelmuizen halen hun voedsel overwegend van ondergrondse plantendelen. Door het wortelverlies is de watervoorziening van de plant aanzienlijk beperkt en verstoord. In tegenstelling tot mollen zijn de gangen van woelmuizen hoog en ovaal en hun aardehopen plat.

Een woelmuizenlokdoos heeft als doel het verdrijven van woelmuizen of woelratten. De aardegangen worden op meerdere plaatsen voorzichtig geopend, om te controleren of de gangsystemen bewoond zijn. Dat is het geval wanneer de gangen na ca. 1 tot 2 uur weer opnieuw zijn aangelegd of met aarde zijn dicht gewoeld. Leg daar per lokplaats een woelmuislokdoos in. Dek het gat onmiddellijk af met een passend voorwerp (bosje gras, stuk hout) maar vul het niet op met aarde.