Leeuwenbek

De leeuwenbek heeft - om goed te kunnen bloeien - een zonnige standplaats nodig. De plant doet het ook goed op warme plekken met enige schaduw, maar de bloemenpracht zal dan niet zo weelderig zijn. Leeuwenbekjes hebben vaak zeer lange stelen. Daarom raden we je aan een standplaats te kiezen die goed beschut ligt tegen de wind of je planten te ondersteunen met plantenstokken. Wat de bodemkwaliteit betreft, is de leeuwenbek niet heel veeleisend. De plant is tevreden met bijna ieder type voedingsrijke, humusrijke en vooral doorlatende tuinaarde.

Het is het beste om je leeuwenbekjes in teeltbakken, op de vensterbank, voor te trekken. Omdat de jonge plantjes erg koudegevoelig zijn, moet je ze niet vóór midden mei in het bloembed zetten.

De plantgaten moeten een onderlinge afstand van 20-40 cm hebben, afhankelijk van de verwachte groeihoogte, en mogen slechts zo diep zijn dat de kluit net onder het oppervlak van de bodem ligt. De aarde die erboven uit steekt, kan je het beste met de handen licht aandrukken.

Open 's zomers eens met twee vingers en wat lichte druk de 'bekjes' van de bloemen. Niet alleen jonge bloemenliefhebbers zullen hun ogen uitkijken.

Leeuwenbekjes zijn relatief gemakkelijk in de verzorging en hebben maar zelden extra water nodig. Als de grond in de zomer te droog wordt, kan je water geven met kalkvrij, niet te koud regenwater. Maar wees voorzichtig, want waterverzadiging moet je absoluut vermijden!

Voor een intensieve bloei hebben leeuwenbekjes regelmatig meststof nodig. Potplanten zijn blij met voedingsstoffen in de vorm van een vloeibare meststof die is afgestemd op de behoeften van bloeiende planten. Voor bloembedden is langzaam werkende meststof het meest geschikt.

Als je voor je leeuwenbekjes een overwintering plant, moet je vanaf september stoppen met meststof geven.

Omdat de leeuwenbek een heel robuuste plant is, kan ze vaak heel goed tegen onze koude winters. Het weerstandsvermogen van de plant is wel afhankelijk van de soort.

Zo is de 'echte' leeuwenbek beter geschikt om te overwinteren en heeft deze slechts een natuurlijke bescherming tegen de kou nodig, bijvoorbeeld met mulch of loof. Andere soorten worden daarentegen uitsluitend gekweekt voor een sterke groei en uitbundige bloei, waardoor ze meestal maar één jaar kunnen overleven.