Snijboon

Het belangrijkste elementen voor de teelt van snijbonen is : warmte. Een zonnige standplaats is dan ook optimaal, maar je snijbonenplant groeit ook uitstekend op een gedeeltelijk schaduwrijke plek op voorwaard dat de bodem warm genoeg is. In tegenstelling tot staakbonen hebben snijbonen geen uitgebreid latwerk nodig, hoewel ze niet echt stabiel groeien. Een plekje beschut tegen de wind wordt daarom aanbevolen.

Wil je je snijbonen in het groentebed planten, dan heb je de keuze : ofwel in een nette rij met een plantafstand van ongeveer 10 cm, ofwel plant je de plantjes in groepen van maximaal 5 plantjes. Het voordeel van deze methode is dat de kiemen elkaar kunnen ondersteunen. Voor voldoende stabiliteit van de plantjes is het ook raadzaam om een klein hoopje aarde rond de stengel te maken.

Zolang de bodemtemperaturen niet boven 12°C liggen, zal er niks bij de snijbonen gebeuren. Buiten zaaien heeft pas zin vanaf juni. Will je eerder genieten van verse boontjes uit eigen tuin, dan kan je de plantjes eenvoudigweg in de serre of op een warme vensterbank plaatsen. Dit kan reeds vanaf eind april. Om zeker te zijn dat de zaadjes veilig ontkiemen bij een temperatuur van ongeveer 20°C, dan laat je ze best vóór het uitzaaien in een schoteltje met lauw water zwellen. In elk geval mogen de zaadjes niet dieper dan 2 cm in de grond zitten zodat de warmteminnende plantjes van de hogere temperaturen in de bovenste bodemlaag kunnen benutten om te groeien.

Vanaf de bloeiperiode tot de vruchtvorming moet de plant presteren en heeft ze dus ook het meest water nodig. Daarbuiten heeft de snijbonenplant in principe enkel tijdens langere periodes van droogte en natuurlijk tijdens de kiemfase regelmatig water nodig.

Als het om temperaturen gaat, zijn de groenten een mooie mimosa. De bonen zorgen gedeeltelijk voor eigen stikstof door deze uit de lucht vast te leggen via de wortelknobbeltjes. Je hoeft dus niet bijkomend te bemesten. Toch houdt je bonenplant ervan als je de bodem rond de plant regelmatig harkt en onkruidvrij houdt.

Ongeveer 2 tot 3 maanden na het zaaien zijn de peulen klaar om geoogst te worden. Dit doe je door met de vingers de peulen van de plant te halen. Om te bepalen of ze rijp zijn, is er een eenvoudige truc : breek de boon gewoon doormidden. Als dat makkelijk lukt en de plaats waar de boon doormidden is gebroken er mooi groen en sappig uitziet, is het ideale tijdstip om te oogsten bereikt. De komende weken kan je best regelmatig oogsten. Zo vormt de plant steeds nieuwe vruchtzettingen en kan je langer genieten.