Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Winterakoniet planten
In februari beginnen de delicate gele bloemen van de inheemse winterakoniet (Eranthis hyemalis) te bloeien. Daarmee kondigen ze het einde van de winter en het begin van de lente aan. Tegelijkertijd vormt winterakoniet tijdens die periode van het jaar een van de belangrijkste voedselbronnen voor bijen die door de winter verzwakt zijn. Op zonnige dagen kan je reeds in februari bijen rond de bloemen zien zoemen.
Als we verder in dit plantenportret praten over winterakoniet, dan bedoelen we eigenlijk de kleine winterakoniet (Eranthis hyemalis). Deze komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en is ook vaak terug te vinden in onze contreien. Sinds het midden van de 16e eeuw fleurt de bloem het sombere winterlandschap op met haar zonnig gele bloemen.
Winterakoniet behoort tot het geslacht Eranthis. Deze botanische naam is samengesteld uit de Griekse woorden voor lente en bloem. Het geslacht omvat 9 soorten waaronder de zwavelgele Eranthis cilicica en witbloeiende Eranthis pinnatifida.
Een heel populaire plantensoort is de “Grünling” met zijn delicate groene strepen op de gele bloemblaadjes. Ook de “winter magic” is een graag geziene tuinbloem die - afhankelijk van de weersomstandigheden - knoppen vormt in december of januari. De “sulphur shine” weet indruk te maken met zijn lichtgele bloemen.
Tip : ook de Eranthis cilicica uit het Middellandse Zeegebied is een behoorlijk robuuste plant die geen hoge eisen stelt. De plant kan iets meer droogte verdragen dan zijn inheemse familieleden. Net daarom is deze plant ideaal voor aanplanting in de tuin. Ze heeft iets grotere bloemen die iets later maar meestal iets langer bloeien.
Winterakonieten voelen zich vooral goed op een gedeeltelijk schaduwrijke en windbeschutte plaats met een goed doorlatende zandgrond. Een plekje onder loofbomen of laatbloeiende bomen is dan ook ideaal. Tijdens de zomer zullen de bladeren van de bomen je winterakoniet beschermen tegen wind en uitdroging. In de winter zal er voldoende licht door de kale takken vallen zodat je plant haar felgele bloemen kan ontwikkelen. Vermijd plekjes onder naaldbomen en locaties met een heel zure bodem.
Wat de aanplanting van winterakonieten betreft, heb je de keuze : de knollen kunnen tussen september en november in de tuin worden aangeplant, net voordat de eerste vorst optreedt. Je kan ook een voorgekweekte plant in een pot kopen die haar eerste winter als decoratieve potplant zal doorbrengen. Na de bloei in april kan je deze dan uitplanten in de tuin.
Eén ding moet je in het achterhoofd houden : winterakoniet moet steeds tijdig worden aangeplant omdat de knollen heel snel kunnen uitdrogen aan de lucht. Bij de aankoop van je plant doe je er goed aan om een exemplaar met verse wortels te kopen. Indien nodig kan je de knollen enkele uurtjes in een kom met lauw water leggen. Zo kunnen ze de maximale hoeveelheid water opnemen en zullen ze beter groeien.
Maak de bodem vóór de aanplanting los met een schop. Om de planten een goede start te geven, kan je een portie tuincompost of meststof met lange werking met de grond vermengen. Als je winterakoniet in groepjes aanplant, zullen de kleine gele bloemetjes bijzonder goed tot hun recht komen. Houd bij de aanplanting rekening met een plantafstand van 4 centimeter en een plantdiepte van 3 tot 7 centimeter. Volg ook steeds de informatie op het plantenetiket op.
Winterakoniet kan je ook samen met andere bloembollen en knolgewassen aanplanten. Om een bijzondere lentesfeer te creëren, kan je winterakoniet combineren met sneeuwklokjes, leverbloempjes en krokussen. Zo wordt een prachtig bloementapijt gevormd.
Correct verzorgen
Winterakoniet verzorgen
De winterakoniet doet eigenlijk alles goed : tijdens de intensieve bloeiperiode in het voorjaar valt er meestal voldoende regen zodat je niet extra moet begieten. Als de plant echter meerdere weken aan droge vorst zal worden blootgesteld, dan zal die heel wat stress ervaren. Dan moet je vertrouwen op je gevoel. Wacht op enkele dagen zonder vorst en geef dan één keer grondig water.
Tijdens de zomermaanden zal de plant zich verzorgen met water dat ze van haar buurplanten krijgt. Enkel bij extreem droog weer zal je wat meer aandacht moeten besteden aan je vroegbloeier. In de herfst valt er meestal voldoende regen en zal je normaliter niet moeten begieten.
Om je winterakonieten extra te ondersteunen, kan je na de bloeiperiode een portie organische meststof met lange werking of een portie tuincompost op de bodem strooien (niet in de bodem inwerken om te vermijden dat de gevoelige wortels van de plant beschadigd raken door te schoffelen!) en vervolgens goed water geven.
Afhankelijk van de soort zal de felgele bloemenzee in maart of april uitgebloeid zijn. Ook als de uitgebloeide bloemen er niet meer zo heel mooi uitzien, mag je de planten niet snoeien. Deze bloemen en bladeren bevatten namelijk nog veel voedingsstoffen die de winterakoniet in zijn knol zal opslaan. Dat is ook de reden waarom je royaal rond je winterakonieten in het gazon moet maaien. Pas wanneer de stengels en de bladeren geel kleuren, zal je je complete gazon mogen maaien. Dit is meestal het geval in mei.
Winterakoniet zorgt voor zijn eigen voortplanting. Als tuinliefhebber heb je maar één ding nodig : geduld. Na de bloei openen de zaadcapsules zich waardoor de plant zichzelf kan uitzaaien. Dit is echter enkel het geval bij zaadvormende rassen. Let dus goed op bij de aankoop van winterakonieten! Een steriele variëteit die geen zaden produceert, is de “Guinea Gold” (Eranthis x tubergenii). De variëteiten van de kleine winterakoniet kunnen zich echter meestal zelf uitzaaien.
Als je vindt dat de natuurlijke voortplanting te lang duurt, kan je de zaden oogsten en zelf zaaien. De kleine, bruine zaadjes bevinden zich in de follikels. Toch zal het enkele jaren duren tot je beloond zal worden met een geel bloementapijt : er zit gewoonlijk 2 tot 3 jaar tussen de uitzaai en de bloei. Tijdens deze periode moet je het gebied rond de knollen met rust laten : schoffelen en onkruid trekken is net zo nutteloos voor de verspreiding van de winterakoniet als het plukken van verdorde bloemen.
Een andere optie is het delen van je plant. Graaf na de bloei individuele planten op (inclusief de knol!) en deel die voorzichtig met een schop of iets dergelijks. Vervolgens kan je de afzonderlijke winterakonieten terug in de grond plaatsen. Je kan de vroegbloeier ook vermeerderen als je beschikt over een steriele variëteit.
Winterakoniet behoort tot de ranonkelfamilie (Ranuncalaceae). Net als de andere familieleden is ook winterakoniet een giftige plant. Alle plantendelen zijn heel giftig omdat ze glycosiden bevatten die het hart aantasten en hartritmestoornissen kunnen veroorzaken. Andere symptomen bij een winterakonietvergiftiging zijn misselijkheid en braken. Kinderen en huisdieren moet je daarom uit de buurt van de planten houden. Tijdens het vermeerderen van je plant, raden we je aan om tuinhandschoenen te dragen.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor het onderhoud van je winterakonieten