Kropsla

Kropsla behoort tot de tuinsla en dankt haar naam aan de ronde vorm. Die wordt gecreëerd door de bijzonder sterk samengedrukte stengel waaraan de bladeren groeien. De bekendste slasoort onder de kropsla is ongetwijfeld de ijsbergsla. Er bestaan ook andere soorten met zowel gladde als gekrulde bladeren. De bladkleur varieert van groen tot donkerrood.

Kropsla stelt weinig eisen aan de locatie. Toch heeft de plant veel zon nodig. Een diepe, humusrijke grond is ideaal omdat de plant een lange penwortel vormt, maar dit is geen must.

Aan het begin van het jaar kan je reeds sla voorzaaien. Als je direct in de moestuin wilt zaaien of jonge plantjes uit het tuincentrum buiten wilt aanplanten, wacht je best tot april. Dit kan ook nog in de late zomer en zelfs in de herfst bij mooi weer. Controleer steeds de verpakking van de zaden om de juiste zaaiperiode te kennen.

Niet elke soort is zowel voor kweek in het voorjaar als in het najaar geschikt. Als je over een serre beschikt, kan kropsla het ganse jaar door worden gekweekt. De kiemtemperatuur bedraagt namelijk amper 15°C. Ook slateelt in potten is mogelijk. Door de penwortels moet je daarbij een pot of bak kiezen die voldoende diep is. Plant de plantjes niet te diep in de grond om te vermijden dat ze beginnen rotten.

Door haar bescheidenheid is sla geschikt om plekjes op te vullen. Ze is voor de meeste planten een goede buur in het groentebed en maakt deel uit van veel gemengde aanplantingen. Bonen, komkommers, wortelen, tomaten, koolgroenten en aardbeien groeien graag in de buurt van sla. Enkel selder plant je best niet in de buurt.

Omdat kropsla uit meer dan 90% water bestaat, moet je de plant regelmatig doordringend water geven. Anders worden de bladeren snel slap. Giet steeds aan de voet van de plant (niet over de bladeren) om schimmelziekten te vermijden.

Kropsla is geen gulzige plant en heeft dus niet veel voedingsstoffen nodig. Net daarom is ze ideaal om in de buurt van gulzige koolplanten aan te planten. Sla hoeft maar weinig bemest te worden. In een gemengde aanplanting is het voldoende om de veeleisende planten in haar buurt te bemesten. Zo kan je tegelijkertijd je slaplanten verzorgen.

Sla kan van mei tot herfst buiten worden geoogst. Je kan de buitenste bladeren ook afzonderlijk oogsten. Idealiter wordt de complete plant geoogst. Snijd hiervoor de hele krop boven de grond af, bij voorkeur 's avonds op zonnige dagen. Dan is het nitraatgehalte in de sla het laagst en is de sla bijzonder gezond en lekker. De plantenresten die achterblijven in de bodem haal je best meteen uit de grond en gooi je op de composthoop. Zo vermijd je schimmelziekten.

Sla is helaas niet erg lang houdbaar en kan nauwelijks worden bewaard. Vooral ingedeukte plekjes kunnen snel rotten. Daarom onze tip : oogst je sla en consumeer die meteen! als je tijdens het seizoen ongeveer om de 14 dagen een paar planten opnieuw zaait - wanneer de eerste bladeren van de laatst gezaaide planten groeien - kan je maandenlang van verse sla genieten.

Vele tuinliefhebbers kennen het : de kroppen schieten snel door en in het hart van de krop groeit een bloemstengel die in een hoog tempo omhooggroeit. Dit kan gebeuren wanneer de gewassen te dicht op elkaar zijn aangeplant, wanneer de plant is aangetast door insecten of bij droogte en te hoge temperaturen. In het voorjaar en de herfst kan dit echter ook gebeuren bij heel koele temperaturen. Om haar bloemen te beschermen, zal de kropsla bitterstoffen ontwikkelen. Dit heeft vaak een negatief effect op de smaak van de bladeren.