Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Frambozen planten
Over het algemeen wordt een onderscheid gemaakt tussen zomer- en herfstframbozen (Rubus idaeus). Zomerframbozen zijn "vroege frambozen" die nog in de zomer kunnen worden geoogst. De vruchten van de herfstframbozen, die ook bekend zijn onder de naam "tuinframbozen", zijn - zoals de naam het al doet vermoeden - iets later in het jaar rijp, namelijk in de late zomer tot in de herfst. Dit verschil is te wijten aan het feit dat zomervariëteiten de vruchten op tweejarig hout dragen terwijl de herfstvariëteiten dat doen op eenjarige scheuten. Concreet betekent dit dat de zomerframbozen in het eerste jaar heel veel groene bladeren zullen vormen, maar geen vruchten. Pas vanaf het tweede jaar zal je besjes aan de takken ontdekken. Bij de herfstframboos worden in het voorjaar scheuten gevormd waarop in hetzelfde jaar reeds (wel iets later) vruchten verschijnen.
Bij zomerframbozen moet je voorzichtig zijn bij het snoeien terwijl herfstframbozen veel gemakkelijker in te tomen zijn - hierover lees je meer onder het kopje "Frambozen snoeien". Zomerframbozen hebben vaker last van maden of schimmelinfecties zoals de twijgsterfte. Toch kunnen ook herfstframbozen aangetast worden door vb. de kersenazijnvlieg. Door de vertraagde rijping raden we je aan om zowel zomer- als herfstframbozen aan te planten als je over voldoende ruimte beschikt. Zo kan je de hele zomer, tot in de herfst, verse frambozen plukken!
Wil je frambozen in potten op je balkon kweken? Dat kan ook! Kies bij aankoop een frambozenvariëteit die geschikt is voor de teelt in potten. Deze dwergframbozen blijven veel compacter dan frambozenstruiken die in de volle grond worden aangeplant.
Er is niet echt een vaste periode om frambozen aan te planten. Frambozenstruiken met blote wortel worden eerder in de lente of de herfst aangeplant, zolang de bodem nog open is. Frambozen met grote wortelkluit die in potten worden verkocht, kunnen in theorie zelfs het hele jaar door van februari tot november worden aangeplant omdat de planten veel robuuster zijn.
Houd zeker rekening met het weer : zachte temperaturen en droog weer zijn ideaal. Zowel sterke vorst als extreme hitte moeten worden vermeden.
Frambozenstruiken houden van een lichtrijk en warm plekje, beschut tegen de wind. Geef je plant dus gerust de kans om even te genieten van de zon. Een locatie die tijdelijk in de zon ligt maar tijdens de warme middaguren kan genieten van wat schaduw, is ideaal. Zo vermijd je brandwonden op de bladeren. Door het licht en de warmte zal je plant niet alleen beter groeien, je zal ook kunnen genieten van zoetere en smaakvollere vruchten.
Frambozen hebben een voedzame en luchtige bodem nodig. Met een pH van 5,5 tot 6 is de optimale bodem eveneens lichtjes zuur. Het kan nodig zijn om de grond vooraf los te maken. Anders loop je het risico op wateroverlast en schimmelziekten die zich heel snel kunnen verspreiden. Het kan helpen om de bodem te vermengen met wat zand zodat de structuur beter doorlaatbaar is en overtollig gietwater gemakkelijker kan wegvloeien. Als je kiest voor een compact groeiende frambozenplant, dan kan je die ook kweken in een pot.
Onze tip : kies voor de aanplanting van je frambozenplant een plekje uit waar voorheen nog geen soortgenoot heeft gegroeid (frambozen, bramen, ...). Op die manier kunnen geen ziekten overgedragen worden op de nieuwe struiken.
1. Frambozen in de volle grond aanplanten
Allereerst moet je de grond losmaken. Bij een lemige grond kan je de structuur en de afwatering verbeteren door die te vermengen met een portie zand of compost. Je kan eventueel een turfvrije potgrond gebruiken die eveneens verrijkt is met voedingsstoffen.
Nadat je de bodem hebt voorbereid, raden we je aan om een dam uit potgrond te bouwen van ongeveer 30 cm hoog waarin de planten zullen worden aangeplant. Deze zal de planten later beschermen tegen wortelrot. De onderste knoppen op de scheuten moeten worden bedekt met een laagje grond van ongeveer 5 cm dik. Houd er rekening mee dat de struiken voldoende plaats nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Idealiter worden frambozenstruiken in rijen aangeplant : voorzie daarbij 40 tot 60 cm tussen de planten in dezelfde rij en 1,5 meter tussen de verschillende rijen. De lange scheuten kunnen worden gestabiliseerd door ze aan een raster of klimrooster te binden. Geef de nieuw aangeplante frambozenstruiken vervolgens rijkelijk water zodat ze goed kunnen inwortelen.
2. Frambozen in potten aanplanten
Zelfs als je een speciale frambozenvariëteit voor het balkon hebt aangeplant, moet je letten op de grootte van de pot of de kuip. De diameter moet minstens 30 centimeter bedragen. Hoe groter, hoe beter. Plaats op de bodem van de pot een laagje hydrokorrels of enkele potscherven. Zo blijven de drainagegaten vrij en krijgt de plant geen natte voeten doordat overtollig water gemakkelijk kan weglopen. Gebruik bij de aanplanting een voedingsrijke potgrond. Ook bij potframbozen raden we je aan om een groeisteun te voorzien.
Alles hangt van de plantenkeuze af : bij zomerframbozen duurt de ontwikkeling van de eerste vruchten langer. in het eerste jaar vormen ze alleen scheuten met bladeren. Pas in het tweede jaar zullen er bloemen en vruchten aan de tweejarige takken verschijnen. Bij herfstframbozen daarentegen kan je al binnen een jaar na aanplanting de eerste frambozen plukken.
Correct verzorgen
Frambozen verzorgen
Frambozen groeien van nature in bossen en houden daarom van een vochtige ondergrond. Toch moet je opletten bij het water geven - wateroverlast kan al snel leiden tot wortelrot. Daarom is een goede balans vereist : niet te veel water maar ook niet te weinig water (niet te nat en ook niet te droog). Idealiter controleer je de grond voor je water gaat geven. Als de bodem al droog is, zal je frambozenplant heel blij zijn met de extra portie water. Als de grond nog vochtig is, wacht je best met begieten.
Bij frambozen in potten mag je niet vergeten om overtollig water in de onderzetter regelmatig te verwijderen. Ook bij het water geven moet je rekening houden met het weer. Op warme zomerdagen mag je struik niet uitdrogen en zal je vaker water moeten geven. Een laagje mulch kan ook beschermen tegen uitdroging. Dit kan snel gebeuren want frambozen zijn ondiep wortelende planten.
Frambozen zijn heel hongerige planten en hebben daarom een goede portie voedingsstoffen nodig om bloemen en vruchten te ontwikkelen. Vooral bij het kweken in potten is bemesting heel belangrijk. Tijdens de bloeiperiode en vruchtvorming kan je om de twee weken een portie vloeibare meststof aan het gietwater toevoegen. Bij frambozen in de volle grond is een voorjaarsbemesting met een langdurig werkende meststof meestal voldoende.
Kan je frambozen overbemesten?
Ook al hebben frambozenplanten veel voeding nodig, bij een overdosis bestaat het risico dat ze teveel scheuten gaan vormen. Die zijn meestal zwakker en kunnen mogelijk alleen kleinere vruchten dragen - of breken af door het gewicht van de vruchten. Meststoffen moeten daarom spaarzaam worden toegepast in de volle grond. In potten is de hogere dosis meststof meestal wel gerechtvaardigd omdat de grond in de pot de plant minder voedingsstoffen biedt. De kans op overbemesting is hier dus lager.
Het snoeien van frambozen is een van de belangrijkste onderhoudsmaatregelen. Direct na de aanplanting loont het de moeite om de scheuten af te knippen tot een lengte van ongeveer 20 tot 30 centimeter. Zo stimuleer je de plant om meer scheuten en dus meer vruchten te vormen. Frambozenstruiken worden meestal gesnoeid na de oogst. Concreet betekent dit dat zomerframbozen rond eind juli worden gesnoeid en herfstframbozen aan het begin van de winter (rond begin november). Als je iets goeds wilt doen voor kleine insecten, kan je wachten tot het voorjaar om je frambozen te snoeien, tot net voordat de planten terug beginnen ontkiemen.
1. Zomerframbozen snoeien
Zomerframbozen kunnen enerzijds fors gesnoeid worden. Hierbij laat je slechts 6 tot 8 scheuten staan en snijd je de andere takken tot net boven de grond af. Anderzijds moet je heel voorzichtig zijn en mogen enkel de takken worden gesnoeid die vruchten hebben gedragen. Takken die nog geen vruchten hebben gedragen, mag je in geen geval snoeien want hierop zullen volgend jaar de nieuwe frambozen groeien.
Tip: om het overzicht te behouden kan je met een touwtje alle takken markeren die vruchten hebben gedragen (d.w.z. tweejarig zijn) en dus gesnoeid kunnen worden.
2. Herfstframbozen snoeien
Het snoeien van herfstframbozen is veel eenvoudiger : na de oogst kan je alle takken tot net boven de grond afknippen. Daarnaast kan je tijdens de zomer ook zieke en zwakke takken verwijderen. Dit betekent meestal dat er meer nieuwe, gezonde scheuten zullen worden gevormd en dat bijgevolg de oogst groter zal zijn.
Meer informatie over de teelt van groenten en fruit
Producten voor het onderhoud van je frambozenstruiken